In de Nieuwe Vissershaven in Harlingen is op 27 maart
de Indian Dawn gedoopt door Stephanie Jallon,
chartering manager van MIT Chartering S.A.S. in Versailles,
de Franse vertegenwoordiging van Ocean 7 Projects.
De Indian Dawn (bouwnummer 122, imo 9671474) is het derde
schip van een serie van zes schepen van het type HLC 4200.
De casco’s voor deze schepen zijn of worden gebouwd
bij Shipskits / Partner Sp. z.o.o. in Sczcecin met afbouw
op Urk of in Harlingen.
De gegevens zijn: 5.465 bt, L.o.a.(l.l.) x B x H (dg)
= 102,00 (111,60) x 16,80 x 12,70 (5,80) meter.
De voortstuwingsinstallatie bestaat uit een MaK-hoofdmotor,
type 8M32, van 5435 rpk of 4000 kW voor een snelheid van
17 knopen. De bunkercapaciteit is 530 m³ HFO en 28 m³ MGO.
De schepen zijn uitgerust met twee NMF-dekkranen aan SB elk met
een SWL van 150 ton (in tandem 300 ton) bij een reikwijdte
van 28 meter. De ruiminhoud is 240.000 cft of 11.892 m³ en de
containercapaciteit is 282 teu waarvan 158 op dek.
De schepen zijn ontworpen door C-Job & Partners in Hoofddorp
in nauwe samenwerking met Hartman Marine en Shipkits.
De Atlantic Dawn (bouwnummer 120, imo 9671450)
en Arctic Dawn (bouwnummer 121, imo 9671462) zijn inmiddels
opgeleverd.
In Harlingen liggen momenteel de Abis Dusavik
(bouwnummer 118, imo 9671436)
en de Abis Dunkerque (bouwnummer 119, imo 9671448).
De Abis Dusavik maakte op 26 maart de technische proefvaart vanuit
Harlingen en de overdracht is gepland op 9 april.
De oplevering van de Abis Dunkerque is gepland voor begin juni.
Het zesde en laatste schip van de serie,
de Southern Dawn (bouwnummer 123, imo 9671486)
wordt nog voor eind 2014 verwacht.
De Indian Dawn vertrekt op 4 april onder commando van kapitein
Frank Zeinstra van Harlingen voor eerste reis naar Esbjerg
om windturbines te laden voor Marokko.
© Gerrit J. de Boer
de Indian Dawn gedoopt door Stephanie Jallon,
chartering manager van MIT Chartering S.A.S. in Versailles,
de Franse vertegenwoordiging van Ocean 7 Projects.
De Indian Dawn (bouwnummer 122, imo 9671474) is het derde
schip van een serie van zes schepen van het type HLC 4200.
De casco’s voor deze schepen zijn of worden gebouwd
bij Shipskits / Partner Sp. z.o.o. in Sczcecin met afbouw
op Urk of in Harlingen.
De gegevens zijn: 5.465 bt, L.o.a.(l.l.) x B x H (dg)
= 102,00 (111,60) x 16,80 x 12,70 (5,80) meter.
De voortstuwingsinstallatie bestaat uit een MaK-hoofdmotor,
type 8M32, van 5435 rpk of 4000 kW voor een snelheid van
17 knopen. De bunkercapaciteit is 530 m³ HFO en 28 m³ MGO.
De schepen zijn uitgerust met twee NMF-dekkranen aan SB elk met
een SWL van 150 ton (in tandem 300 ton) bij een reikwijdte
van 28 meter. De ruiminhoud is 240.000 cft of 11.892 m³ en de
containercapaciteit is 282 teu waarvan 158 op dek.
De schepen zijn ontworpen door C-Job & Partners in Hoofddorp
in nauwe samenwerking met Hartman Marine en Shipkits.
De Atlantic Dawn (bouwnummer 120, imo 9671450)
en Arctic Dawn (bouwnummer 121, imo 9671462) zijn inmiddels
opgeleverd.
In Harlingen liggen momenteel de Abis Dusavik
(bouwnummer 118, imo 9671436)
en de Abis Dunkerque (bouwnummer 119, imo 9671448).
De Abis Dusavik maakte op 26 maart de technische proefvaart vanuit
Harlingen en de overdracht is gepland op 9 april.
De oplevering van de Abis Dunkerque is gepland voor begin juni.
Het zesde en laatste schip van de serie,
de Southern Dawn (bouwnummer 123, imo 9671486)
wordt nog voor eind 2014 verwacht.
De Indian Dawn vertrekt op 4 april onder commando van kapitein
Frank Zeinstra van Harlingen voor eerste reis naar Esbjerg
om windturbines te laden voor Marokko.
© Gerrit J. de Boer