Sleepvaartmuseum trapt af
Op donderdag 15 mei a.s zal erin het Nationaal Sleepvaart Museum
een nieuwe expositie worden geopend in het kader van het
400-jarig bestaan van Maassluis.
De titel die de tentoonstelling heeft meegekregen is
“Maassluis - Sleepboothaven”.
Wie kan er zo’n tentoonstelling beter openen dan een rasechte
Maassluizer? Directeur Govert de Haas van de gelijknamige
scheepswerf heeft deze taak op zich willen nemen.
Als er iemand veel weet van de relatie van Maassluis met
sleepboten is hij het wel. Tenslotte is er op zijn werf een flink
aantal markante exemplaren van deze vaartuigen gebouwd.
Natuurlijk bestaan sleepboten in hedendaagse vorm en zelfs die
van een eeuw geleden geen 400 jaar. Voor het eerst wordt over het
slepen van schepen gesproken toen de waterschepen in de 17e eeuw
grotere zeilschepen hielpen om over de ondiepten van Pampus de
haven van Amsterdam te bereiken.
Datzelfde gold toen voor de zgn. scheepskamelen.
Haven Maassluis jaren 20-30
Daar hadden ze vier eeuwen geleden in Maassluis nog nooit van
gehoord. De samenstellers van de expositie beginnen daarom de
scheepvaarthistorische terugblik zo’n 145 jaar geleden, nog net
voor de opening van de Nieuwe Waterweg.
Toen werden er al radersleepboten in Maassluis gestationeerd
omdat de nazaten van Fop Smit zagen aankomen dat de eerste stad
aan de Waterweg wel eens een belangrijke uitvalsbasis zou kunnen
worden om met slepers het scheepvaartverkeer van en naar Rotterdam
van dienst te zijn.
In die dagen was er nog geen sprake van het gebruik van
stoommachines voor grotere zeegaande zeilvaartuigen.
Bij tegenwind was de reis naar Rotterdam voor die schepen een
tijdrovende aangelegenheid van soms weken en de sleepboten
konden de reisduur aanzienlijk verkorten.
Toen de Nieuwe Waterweg in 1872 eenmaal was geopend bleek er
voldoende emplooi voor de slepers te zijn.
Behalve radersleepboten kwamen er ook schroefsleepboten, die in
eerste aanleg nog slechts bij hoge uitzondering de zee opgingen.
De vissersvloten van zowel Vlaardingen als Maassluis waren trouwe
klanten van de sleepdiensten en wie de ansichtkaarten van vroeger
bekijkt ziet soms hele slierten vissersvaartuigen achter een
sleepboot “hangen” om naar zee te worden gesleept.
Vanaf 1892 kwamen er ook voor die tijd krachtige zeeslepers in
Maassluis. Die sleepboten droegen later traditioneel geworden namen
als Noordzee, Oostzee, Oceaan, Zwarte Zee en Roode Zee.
Dat begin van de sleepdienst is van groot belang geweest voor
de ontwikkeling van de stad. Veel inwoners waren om hun brood te
verdienen van de visserij overgestapt naar de sleepdiensten.
Ook toeleveranciers, als de plaatselijke touwfabrieken, voeren
er wel bij. In de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw lag
de haven soms vol sleepboten en werd er al volop gefotografeerd.
Daar profiteert de expositie van, want er zijn platen
geselecteerd waarop werkelijk een woud van schoorstenen is te zien.
Aanvankelijk waren er zelfs twee zich beconcurreerde sleepdiensten:
‘Smit’ en ‘de Internationale’
Die twee rederijen werden uiteindelijk in 1923 één onderneming.
Zo kwam het concern dat nu nog steeds bekend staat als
‘Smit Internationale’ aan haar naam.
Baggeraar Boskalis heeft het bedrijf in 2010 overgenomen, maar
de oorspronkelijke naam blijft gehandhaafd.
De jaren vijftig en zestig kunnen worden aangemerkt als de
bloeitijd van de sleepvaart vanuit Maassluis.
Nog steeds weten heel veel bewoners moeiteloos een aantal
namen te produceren van sleepboten die regelmatig in de haven
te vinden waren.
Haven Maassluis in de jaren zestig
De nieuwe stedelingen die in de jaren zestig en zeventig
Maassluis als woonplaats uitkozen weten vaak van het verleden
niet zoveel, maar dankzij de Furieade en de
Dag van de Zeesleepvaart kan het niemand zijn ontgaan dat
Maassluis in de eerste plaats een sleepvaartstad is.
Het sleepvaartmuseum levert zeker een belangrijke bijdrage om
het verleden van Maassluis levend te houden en bovendien
gaat het museum met de tijd mee door de internationalisering van
de bedrijfstak scherp in het oog te houden.
De samenstellers van de expositie hebben natuurlijk de werf
in Maassluis, de museale slepers, de bezoekende sleepboten en de
hedendaagse activiteiten niet vergeten.
Maritieme geschiedenis en Maassluis zijn onlosmakelijk met elkaar
verbonden.
Het Nationaal Sleepvaart Museum, gerund door louter
vrijwilligers, is iedere dag open van 13.30 tot 16.30 uur,
behalve op maandagen.
© Tekst & foto's: Nationaal Sleepvaart Museum
Ierse Zee ex. Zwarte Zee (III) op weg naar sloper
Op donderdag 15 mei a.s zal erin het Nationaal Sleepvaart Museum
een nieuwe expositie worden geopend in het kader van het
400-jarig bestaan van Maassluis.
De titel die de tentoonstelling heeft meegekregen is
“Maassluis - Sleepboothaven”.
Wie kan er zo’n tentoonstelling beter openen dan een rasechte
Maassluizer? Directeur Govert de Haas van de gelijknamige
scheepswerf heeft deze taak op zich willen nemen.
Als er iemand veel weet van de relatie van Maassluis met
sleepboten is hij het wel. Tenslotte is er op zijn werf een flink
aantal markante exemplaren van deze vaartuigen gebouwd.
Natuurlijk bestaan sleepboten in hedendaagse vorm en zelfs die
van een eeuw geleden geen 400 jaar. Voor het eerst wordt over het
slepen van schepen gesproken toen de waterschepen in de 17e eeuw
grotere zeilschepen hielpen om over de ondiepten van Pampus de
haven van Amsterdam te bereiken.
Datzelfde gold toen voor de zgn. scheepskamelen.
Haven Maassluis jaren 20-30
Daar hadden ze vier eeuwen geleden in Maassluis nog nooit van
gehoord. De samenstellers van de expositie beginnen daarom de
scheepvaarthistorische terugblik zo’n 145 jaar geleden, nog net
voor de opening van de Nieuwe Waterweg.
Toen werden er al radersleepboten in Maassluis gestationeerd
omdat de nazaten van Fop Smit zagen aankomen dat de eerste stad
aan de Waterweg wel eens een belangrijke uitvalsbasis zou kunnen
worden om met slepers het scheepvaartverkeer van en naar Rotterdam
van dienst te zijn.
In die dagen was er nog geen sprake van het gebruik van
stoommachines voor grotere zeegaande zeilvaartuigen.
Bij tegenwind was de reis naar Rotterdam voor die schepen een
tijdrovende aangelegenheid van soms weken en de sleepboten
konden de reisduur aanzienlijk verkorten.
Toen de Nieuwe Waterweg in 1872 eenmaal was geopend bleek er
voldoende emplooi voor de slepers te zijn.
Behalve radersleepboten kwamen er ook schroefsleepboten, die in
eerste aanleg nog slechts bij hoge uitzondering de zee opgingen.
De vissersvloten van zowel Vlaardingen als Maassluis waren trouwe
klanten van de sleepdiensten en wie de ansichtkaarten van vroeger
bekijkt ziet soms hele slierten vissersvaartuigen achter een
sleepboot “hangen” om naar zee te worden gesleept.
Vanaf 1892 kwamen er ook voor die tijd krachtige zeeslepers in
Maassluis. Die sleepboten droegen later traditioneel geworden namen
als Noordzee, Oostzee, Oceaan, Zwarte Zee en Roode Zee.
Dat begin van de sleepdienst is van groot belang geweest voor
de ontwikkeling van de stad. Veel inwoners waren om hun brood te
verdienen van de visserij overgestapt naar de sleepdiensten.
Ook toeleveranciers, als de plaatselijke touwfabrieken, voeren
er wel bij. In de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw lag
de haven soms vol sleepboten en werd er al volop gefotografeerd.
Daar profiteert de expositie van, want er zijn platen
geselecteerd waarop werkelijk een woud van schoorstenen is te zien.
Aanvankelijk waren er zelfs twee zich beconcurreerde sleepdiensten:
‘Smit’ en ‘de Internationale’
Die twee rederijen werden uiteindelijk in 1923 één onderneming.
Zo kwam het concern dat nu nog steeds bekend staat als
‘Smit Internationale’ aan haar naam.
Baggeraar Boskalis heeft het bedrijf in 2010 overgenomen, maar
de oorspronkelijke naam blijft gehandhaafd.
De jaren vijftig en zestig kunnen worden aangemerkt als de
bloeitijd van de sleepvaart vanuit Maassluis.
Nog steeds weten heel veel bewoners moeiteloos een aantal
namen te produceren van sleepboten die regelmatig in de haven
te vinden waren.
Haven Maassluis in de jaren zestig
De nieuwe stedelingen die in de jaren zestig en zeventig
Maassluis als woonplaats uitkozen weten vaak van het verleden
niet zoveel, maar dankzij de Furieade en de
Dag van de Zeesleepvaart kan het niemand zijn ontgaan dat
Maassluis in de eerste plaats een sleepvaartstad is.
Het sleepvaartmuseum levert zeker een belangrijke bijdrage om
het verleden van Maassluis levend te houden en bovendien
gaat het museum met de tijd mee door de internationalisering van
de bedrijfstak scherp in het oog te houden.
De samenstellers van de expositie hebben natuurlijk de werf
in Maassluis, de museale slepers, de bezoekende sleepboten en de
hedendaagse activiteiten niet vergeten.
Maritieme geschiedenis en Maassluis zijn onlosmakelijk met elkaar
verbonden.
Het Nationaal Sleepvaart Museum, gerund door louter
vrijwilligers, is iedere dag open van 13.30 tot 16.30 uur,
behalve op maandagen.
© Tekst & foto's: Nationaal Sleepvaart Museum
Ierse Zee ex. Zwarte Zee (III) op weg naar sloper